Sailor Bob Adamson, de bescheiden, compleet integere, veel lachende, maar onwaarschijnlijk effectieve Australische guru. Zijn heldere boodschap is gericht aan zoekers die hun weg naar hem in de loop van de afgelopen 30 jaar hebben gevonden. Hij heeft geen Ashram, hij is er niet rijk van geworden, er staan geen Rolls Royces voor zijn deur, geen leerlingen devoot aan zijn voeten. Maar hij staat garant voor het afbreken van al jouw valse illusies.
Bob's eigen zoektocht eindigde een dag in 1976 toen hij een periode als leerling bij Sri Nisargadatta Maharaj verbleef, de veel gerespecteerde Jnani uit Bombay, die altijd vanuit de 'natuurlijke staat' functioneerde.
Nisargadatta vertelde Bob dat de "grootste hulp die aan iedereen kan worden gegeven is hen voorbij de behoefte aan verdere hulp te brengen". Acht tot tien lessen waren volgens de oude meester voldoende om deze kernboodschap te begrijpen.
Bob zegt daar over: "Nisargadatta deed dit door mij op de Werkelijkheid te richten, de Directe Aanwezigheid van DAT BEN IK. Nu, op dit moment ben ik en verblijf ik als DAT." Er is niets anders dan Dat. Alleen het denken en zijn complete inhoud houdt ons af van een direct ervaren daarvan.
Hoewel zijn boeken (nog) niet in het Nederlands zijn vertaald, is er inmiddels wel een boek over hem in onze taal verschenen.
Het eerste gedeelte van 'Sailor Bob Adamson, leven en leer' vertelt het turbulente leven van Sailor (matroos) Bob Adamson in tekst en foto's. Een leven, veel op zee, met veel drank en vechtpartijtjes totdat hij in India in een winkeltje het boek van Sri Nisargadatta Maharaj I Am That vond. Hij las het en besloot direct om vanuit Ganeshpuri, waar hij toen woonde, naar Bombay af te reizen. Het jaar daarop bezocht hij Nisargadatta regelmatig totdat Nisargadatta hem vertelde dat hij het wel begrepen had.
De tweede helft van dit boek bestaat uit vragen en antwoorden tijdens satsang, interviews, en gedeeltes van lezingen. Sailor Bob is in zijn spreken net als Nisargadatta direct, spontaan, informeel, en to the point.
Het boek is zoals gezegd gesplitst in een biografisch deel en een deel dat bestaat uit vraag- en antwoordsessies tijdens spirituele bijeenkomsten en lezingen. De biografie toont een man, wiens jeugd wordt bepaald door de economische depressie in het interbellum van de 20e eeuw. Het keiharde bestaan op het land en op zee wordt verzacht door het onderduiken in alcoholisme. Om te ontkomen aan dit nutteloze leven zoekt hij naar spirituele inzichten bij leraren als Maharishi Mahesh Yogi en Sri Muktananda.
Zijn zoektocht eindigt in 1976 aan de voeten van Nisargadetta Maharaj (1887-1981). Deze gerealiseerde leraar geeft vanuit het non-dualistische concept 'Ik Ben' het besef door dat de mens vrij zal zijn als hij door een permanent leerproces zijn wezenlijke natuur zal herkennen.
In de vraag- en antwoordsessies volgt Adamson het pad van wijsheid, Jnana Yoga. Hij heeft liefde voor zijn gehoor, maar is in de leer zeer direct en compromisloos.
Het biografische deel bevat een reeks zwart-witfoto's. De Australische schrijfster heeft een serie cd's en dvd's van Sailor Bob samengesteld en geproduceerd.
Engelstalige boeken van / over Sailor Bob Adamson:
maandag 30 april 2012
zondag 29 april 2012
Leraren uit de Nederlandse Advaita traditie
Wolter Keers
Als een van de eersten introduceerde Keers Advaita Vedanta in Nederland. Al in de jaren 50 van de 20e eeuw reisde hij naar India waar hij in contact kwam met verschillende meesters. Keers werd leerling van Ramana Maharshi en Sri Krishna Menon. Rond 1970 begon hij zelf bijeenkomsten te leiden. Eerst in Brussel, waar hij werkte bij de EEG, en in Gent. Later ook op diverse andere plaatsen in Nederland en België.
Keers schreef een aantal boeken en was hoofdredacteur en auteur van vele artikelen in de tijdschriften:Yoga kroniek en Yoga en Vedanta. Later gaf hij een eigen tijdschrift uit Yoga Advaita (1977-1982) en Advaita (1983-1985). Er verschenen ook artikelen van hem in The Mountain path en in Être.
Ook vertaalde Keers de boeken Ik Ben en Zijn van Sri Nisargadatta Maharaj. Hij introduceerde Jean Klein en Douglas Harding in België en Nederland.
Alexander Smit
Pok wel Sri Parabrahmadatta Maharaj was een Nederlands spiritueel leraar en yogaleraar.
Levensvragen als Wie ben ik? en Wat moet ik hier? brachten hem naar India, waar hij Sri Nisargadatta Maharaj ontmoette, bij wie hij zijn uiteindelijke onderricht ontving. Daar kreeg hij zijn spirituele naam Sri Parabrahmadatta Maharaj.
Op aangeven van Nisargadatta keerde hij terug naar Nederland om het verworven inzicht door te geven. Onder de vleugels van Wolter Keers gaf hij zijn eerste satsangs (vraag-en-antwoord-sessies). Hij deed dit eerst in 's-Hertogenbosch en later op vaste tijden in De Bilt, Utrecht, Baarn (in het huis van Rama Polderman) en tot besluit in Amsterdam, in de Amstelkerk, waar vele van zijn leerlingen en vrienden na zijn overlijden afscheid van hem hebben genomen.
[bewerken]Invloed en leer
Hij noemde zichzelf goeroe en bedoelde daarmee spirituele wegwijzer. "Wie ben jij?" en "Wat is het doel van je komst?" waren de standaardvragen die Smit bezoekers van zijn lezingen (satsangs) stelde als ze zich voor de eerste keer, en met toestemming, op een bijeenkomst meldden. Voor Nederlandse begrippen was Smit een invloedrijke jnani (meester in de jnana yoga).
Alexander Smit is door zijn directe benadering en vanwege het grote aantal bezoekers van zijn lezingen tot een component van de eeuwenoude Indiase Advaita Vedanta-traditie in Nederland geworden. Vanaf 1983, na de oprichting van Stichting Chetana, werden zijn lezingen door deze Stichting georganiseerd. Stichting Chetana gaf ook een gelijknamig tijdschrift uit met als subtitel: vier muren maken vrij.
Veel van de satsangs in Nederland worden nu gegeven door zijn leerlingen of mensen die hem ooit ontmoet hebben.
Douwe Tiemersma
Douwe Tiemersma deed de studies biologie en filosofie in Amsterdam. Enkele jaren was hij biologiedocent op Pedagogische Academies, daarna hoofdmedewerker en docent wijsgerige antropologie en interculturele filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde op Body schema and body image. An interdisciplinary and philosophical study (Swets, Amsterdam/Lisse 1989).
Als advaitaleraar houdt hij gesprekken/satsangs sinds 1980, na zijn ingrijpende ontmoeting met Sri Nisargadatta Maharaj in Bombay die hem een inwijding gaf.
Ook geeft hij lessen pranayama, meditatie en hathayoga in het advaitaperspectief, vanaf 1972 na zijn yoga-lerarenopleiding.
Hij was mede-oprichter en eindredacteur van het blad InZicht. Wegen van radicaal zelfonderzoek. In allerlei tijdschriften verschenen zijn teksten. Publicatielijsten en teksten zijn te vinden op diverse plaatsen op deze website: onderaan deze pagina, onder 'Spirituele Weg' en onder 'Studie en Praktijk' in de diverse themarubrieken. Zijn advaitaboeken worden uitgegeven door Uitgeverij Advaita.
Al zijn activiteiten zijn nu samengebracht in het Advaita Centrum te Gouda.
Jan van Delden
Jan van Delden (Den Haag, 1951) was de rechterhand van de Nederlandse leraar Wolter Keers. Die op zijn beurt een leerling was van Ramana Maharshi en Krishna Menon, twee van de belangrijkste vertegenwoordigers van advaita-vedanta – de leer van het non-dualisme – in het India van de eerste helft van de vorige eeuw.
Van Delden groeide op als een woordblind bleekneusje in een bloemistengezin in de Haagse Spoorwijk. Als kind al mat hij zich het ideaal aan om als Zorro de wereld te verbeteren. Datzelfde idealisme deed hem uiteindelijk als maatschappelijk werker belanden in het open jongerenwerk voor de jeugd in de wijk waar hij was opgegroeid, maar die toen midden in de jaren zeventig verworden was tot een van de meest problematische achterstandswijken van Nederland. Hij dronk, rookte en werkte zich letterlijk bijna dood, en bleef tegelijkertijd zoeken naar de diepere zin van het leven.
Hij werd een fanatieke yogabeoefenaar en zwoor lange tijd drank, sigaretten en sex rigoureus af. Totdat hij aan het eind van de jaren zeventig op een lezing van Wolter Keers belandde. ‘Hoe komt het dat ik niet weet wat liefde is?’ vroeg hij de gepensioneerde topambtenaar van de EEG, die in zijn vrije tijd Advaita onderricht gaf. ‘Omdat liefde het enige in de wereld is dat je nooit kunt vinden. Dat ben je’, antwoordde Keers. Vraag en antwoord smeedden een onvoorwaardelijke vriendschap tussen de erudiete Keers en de onvervalste Hagenees, die al gauw zijn rechterhand en manusje van alles werd. In de aanloop van de jaren tachtig mocht Van Delden de eenvoud van zijn ware natuur ontdekken.
Na de dood van Keers in 1985 dacht diens omgeving dat Jan zijn werk voort zou zetten, maar hij trok zich terug in wat nu Advaita centrum La Rousselie is. Tegen het eind van het millennium stelde hij zich beschikbaar om aan zoekers door te geven wat hij zelf ‘gratis en voor niets’ had gekregen.
Jan Koehoorn
woonachtig in Alkmaar geeft sinds enkele jaren satsang op diverse plaatsen in het land. Eind tachtiger jaren is hij een aantal keren bij de lezingen van Alexander geweest, en dat was voldoende. Naast zijn satsang - activiteiten, is hij mede redacteur van het blad Inzicht, muzikant, muziekleraar en heeft hij een eigen bedrijf die websites ontwerpt, uitgeeft en onderhoudt.
Zijn wijze van onderricht is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met die van Alexander. Middels vragen en antwoorden krijgen zijn satsangs gestalte en worden de verwijzingen naar het ZELF nadrukkelijker. Toewijding aan het onderwerp is vanzelfsprekend, de gesprekken hebben een hoog jnani gehalte. De goede luisteraar zal de schoonheid van zijn woorden zeker herkennen en in zijn hart kunnen sluiten. Immers, de verwijzingen zijn krachtig en eenduidig, de opening die wordt geboden omvat alles.
Dat gezien hebbende zal tot de conclusie kunnen leiden dat de sprong die je dacht te moeten maken, overbodig is. Dat die sprong niets meer zal blijken te zijn, dan een buiteling in jezelf, in dat wat je altijd al was, bent, en zal blijken te zijn.
Als een van de eersten introduceerde Keers Advaita Vedanta in Nederland. Al in de jaren 50 van de 20e eeuw reisde hij naar India waar hij in contact kwam met verschillende meesters. Keers werd leerling van Ramana Maharshi en Sri Krishna Menon. Rond 1970 begon hij zelf bijeenkomsten te leiden. Eerst in Brussel, waar hij werkte bij de EEG, en in Gent. Later ook op diverse andere plaatsen in Nederland en België.
Keers schreef een aantal boeken en was hoofdredacteur en auteur van vele artikelen in de tijdschriften:Yoga kroniek en Yoga en Vedanta. Later gaf hij een eigen tijdschrift uit Yoga Advaita (1977-1982) en Advaita (1983-1985). Er verschenen ook artikelen van hem in The Mountain path en in Être.
Ook vertaalde Keers de boeken Ik Ben en Zijn van Sri Nisargadatta Maharaj. Hij introduceerde Jean Klein en Douglas Harding in België en Nederland.
Alexander Smit
Pok wel Sri Parabrahmadatta Maharaj was een Nederlands spiritueel leraar en yogaleraar.
Levensvragen als Wie ben ik? en Wat moet ik hier? brachten hem naar India, waar hij Sri Nisargadatta Maharaj ontmoette, bij wie hij zijn uiteindelijke onderricht ontving. Daar kreeg hij zijn spirituele naam Sri Parabrahmadatta Maharaj.
Op aangeven van Nisargadatta keerde hij terug naar Nederland om het verworven inzicht door te geven. Onder de vleugels van Wolter Keers gaf hij zijn eerste satsangs (vraag-en-antwoord-sessies). Hij deed dit eerst in 's-Hertogenbosch en later op vaste tijden in De Bilt, Utrecht, Baarn (in het huis van Rama Polderman) en tot besluit in Amsterdam, in de Amstelkerk, waar vele van zijn leerlingen en vrienden na zijn overlijden afscheid van hem hebben genomen.
[bewerken]Invloed en leer
Hij noemde zichzelf goeroe en bedoelde daarmee spirituele wegwijzer. "Wie ben jij?" en "Wat is het doel van je komst?" waren de standaardvragen die Smit bezoekers van zijn lezingen (satsangs) stelde als ze zich voor de eerste keer, en met toestemming, op een bijeenkomst meldden. Voor Nederlandse begrippen was Smit een invloedrijke jnani (meester in de jnana yoga).
Alexander Smit is door zijn directe benadering en vanwege het grote aantal bezoekers van zijn lezingen tot een component van de eeuwenoude Indiase Advaita Vedanta-traditie in Nederland geworden. Vanaf 1983, na de oprichting van Stichting Chetana, werden zijn lezingen door deze Stichting georganiseerd. Stichting Chetana gaf ook een gelijknamig tijdschrift uit met als subtitel: vier muren maken vrij.
Veel van de satsangs in Nederland worden nu gegeven door zijn leerlingen of mensen die hem ooit ontmoet hebben.
Douwe Tiemersma
Douwe Tiemersma deed de studies biologie en filosofie in Amsterdam. Enkele jaren was hij biologiedocent op Pedagogische Academies, daarna hoofdmedewerker en docent wijsgerige antropologie en interculturele filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde op Body schema and body image. An interdisciplinary and philosophical study (Swets, Amsterdam/Lisse 1989).
Als advaitaleraar houdt hij gesprekken/satsangs sinds 1980, na zijn ingrijpende ontmoeting met Sri Nisargadatta Maharaj in Bombay die hem een inwijding gaf.
Ook geeft hij lessen pranayama, meditatie en hathayoga in het advaitaperspectief, vanaf 1972 na zijn yoga-lerarenopleiding.
Hij was mede-oprichter en eindredacteur van het blad InZicht. Wegen van radicaal zelfonderzoek. In allerlei tijdschriften verschenen zijn teksten. Publicatielijsten en teksten zijn te vinden op diverse plaatsen op deze website: onderaan deze pagina, onder 'Spirituele Weg' en onder 'Studie en Praktijk' in de diverse themarubrieken. Zijn advaitaboeken worden uitgegeven door Uitgeverij Advaita.
Al zijn activiteiten zijn nu samengebracht in het Advaita Centrum te Gouda.
Jan van Delden
Jan van Delden (Den Haag, 1951) was de rechterhand van de Nederlandse leraar Wolter Keers. Die op zijn beurt een leerling was van Ramana Maharshi en Krishna Menon, twee van de belangrijkste vertegenwoordigers van advaita-vedanta – de leer van het non-dualisme – in het India van de eerste helft van de vorige eeuw.
Van Delden groeide op als een woordblind bleekneusje in een bloemistengezin in de Haagse Spoorwijk. Als kind al mat hij zich het ideaal aan om als Zorro de wereld te verbeteren. Datzelfde idealisme deed hem uiteindelijk als maatschappelijk werker belanden in het open jongerenwerk voor de jeugd in de wijk waar hij was opgegroeid, maar die toen midden in de jaren zeventig verworden was tot een van de meest problematische achterstandswijken van Nederland. Hij dronk, rookte en werkte zich letterlijk bijna dood, en bleef tegelijkertijd zoeken naar de diepere zin van het leven.
Hij werd een fanatieke yogabeoefenaar en zwoor lange tijd drank, sigaretten en sex rigoureus af. Totdat hij aan het eind van de jaren zeventig op een lezing van Wolter Keers belandde. ‘Hoe komt het dat ik niet weet wat liefde is?’ vroeg hij de gepensioneerde topambtenaar van de EEG, die in zijn vrije tijd Advaita onderricht gaf. ‘Omdat liefde het enige in de wereld is dat je nooit kunt vinden. Dat ben je’, antwoordde Keers. Vraag en antwoord smeedden een onvoorwaardelijke vriendschap tussen de erudiete Keers en de onvervalste Hagenees, die al gauw zijn rechterhand en manusje van alles werd. In de aanloop van de jaren tachtig mocht Van Delden de eenvoud van zijn ware natuur ontdekken.
Na de dood van Keers in 1985 dacht diens omgeving dat Jan zijn werk voort zou zetten, maar hij trok zich terug in wat nu Advaita centrum La Rousselie is. Tegen het eind van het millennium stelde hij zich beschikbaar om aan zoekers door te geven wat hij zelf ‘gratis en voor niets’ had gekregen.
Jan Koehoorn
woonachtig in Alkmaar geeft sinds enkele jaren satsang op diverse plaatsen in het land. Eind tachtiger jaren is hij een aantal keren bij de lezingen van Alexander geweest, en dat was voldoende. Naast zijn satsang - activiteiten, is hij mede redacteur van het blad Inzicht, muzikant, muziekleraar en heeft hij een eigen bedrijf die websites ontwerpt, uitgeeft en onderhoudt.
Zijn wijze van onderricht is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met die van Alexander. Middels vragen en antwoorden krijgen zijn satsangs gestalte en worden de verwijzingen naar het ZELF nadrukkelijker. Toewijding aan het onderwerp is vanzelfsprekend, de gesprekken hebben een hoog jnani gehalte. De goede luisteraar zal de schoonheid van zijn woorden zeker herkennen en in zijn hart kunnen sluiten. Immers, de verwijzingen zijn krachtig en eenduidig, de opening die wordt geboden omvat alles.
Dat gezien hebbende zal tot de conclusie kunnen leiden dat de sprong die je dacht te moeten maken, overbodig is. Dat die sprong niets meer zal blijken te zijn, dan een buiteling in jezelf, in dat wat je altijd al was, bent, en zal blijken te zijn.
zaterdag 28 april 2012
Een Christen op Satsang
Simon Schoonderwoerd (de auteur van dit boek) was jarenlang op zoek naar de waarheid. De christelijke boodschap van liefde sprak hem erg aan, maar hij bleef worstelen met de letterlijke interpretatie van verschillende beelden uit de Bijbel.
Geloof en twijfel wisselden elkaar af. Eén ding bleef echter tijdens zijn zoektocht constant aanwezig: de grenzeloze verwondering over het bestaan zelf.
Geleidelijk werd hem duidelijk dat het wonderlijke en niet te beschrijven besef 'er te zijn' de waarheid was waar hij zolang naar had gezocht. In de ontmoetingen met de Nederlandse advaita-leraren Jan van Rossum en Dick Sinnige zag hij in dat het niet gaat om conceptueel begrijpen of om spirituele ervaringen, maar dat alles wat zich voordoet verschijnt in Bewustzijn. In de Bijbel wordt dit Bewustzijn aangeduid als 'God', door Jezus geduid als de bron van liefde en eenheid.
Een christen op satsang geeft in dialoogvorm de ontmoeting weer tussen het christelijke gedachtegoed en de non-dualistische zienswijze van de advaita. Uit de gesprekken in dit boek blijkt dat God, onze naasten en wijzelf één en hetzelfde zijn
Een serie gesprekken van twee christenen over geloven, de Bijbel en waarheid. Elk gesprek wordt afgesloten met Bijbelcitaten. Satsang is een oosterse term voor bijeenkomst. Aanvankelijk werkt deze term verwarrend, maar naar mate de gesprekken vorderen, wordt de boodschap van deze bijeenkomsten duidelijker.
De schrijver, een kritische vrijzinnige zoeker naar God, probeert in deze dialoog de bijbelse boodschap te zien in het licht van de non-dualistische zienswijze van de Vedanta. De Vedanta is een oosterse filosofie, waarin de waarheid ongedeeld is (advaita): God en mens zijn een. Hij neemt daarmee afstand van de exclusieve christelijke waarheid, dat Jezus de enige Zoon is van God.
Deze bundel gesprekken kan gebruikt worden als uitgangspunt voor een groepsgesprek voor vrijzinnige christenen, die open staan voor dialoog.
Geloof en twijfel wisselden elkaar af. Eén ding bleef echter tijdens zijn zoektocht constant aanwezig: de grenzeloze verwondering over het bestaan zelf.
Geleidelijk werd hem duidelijk dat het wonderlijke en niet te beschrijven besef 'er te zijn' de waarheid was waar hij zolang naar had gezocht. In de ontmoetingen met de Nederlandse advaita-leraren Jan van Rossum en Dick Sinnige zag hij in dat het niet gaat om conceptueel begrijpen of om spirituele ervaringen, maar dat alles wat zich voordoet verschijnt in Bewustzijn. In de Bijbel wordt dit Bewustzijn aangeduid als 'God', door Jezus geduid als de bron van liefde en eenheid.
Een christen op satsang geeft in dialoogvorm de ontmoeting weer tussen het christelijke gedachtegoed en de non-dualistische zienswijze van de advaita. Uit de gesprekken in dit boek blijkt dat God, onze naasten en wijzelf één en hetzelfde zijn
Een serie gesprekken van twee christenen over geloven, de Bijbel en waarheid. Elk gesprek wordt afgesloten met Bijbelcitaten. Satsang is een oosterse term voor bijeenkomst. Aanvankelijk werkt deze term verwarrend, maar naar mate de gesprekken vorderen, wordt de boodschap van deze bijeenkomsten duidelijker.
De schrijver, een kritische vrijzinnige zoeker naar God, probeert in deze dialoog de bijbelse boodschap te zien in het licht van de non-dualistische zienswijze van de Vedanta. De Vedanta is een oosterse filosofie, waarin de waarheid ongedeeld is (advaita): God en mens zijn een. Hij neemt daarmee afstand van de exclusieve christelijke waarheid, dat Jezus de enige Zoon is van God.
Deze bundel gesprekken kan gebruikt worden als uitgangspunt voor een groepsgesprek voor vrijzinnige christenen, die open staan voor dialoog.
woensdag 25 april 2012
Non-Dualiteit
in het boeddhisme, christendom, hindoeïsme, taoïsme, soefisme en de kabbala
Dit is het eerste boek over non-dualiteit dat voor een groot publiek geschreven is. Het achterliggende idee van non-dualiteit, in het oosten vaak advaita genoemd, is dat wij 'ik' noemen, ons persoonlijke zelf, een illusie is. Non-duaal betekent 'niet twee', dus Een. Dat Ene heeft veel namen, God, Bewustzijn, Waarheid, het Zelf.
Dit boek beschrijft religieuze en culturele uitingen van non-dualiteit en de filosofische achtergrond van het non-duale perspectief. Ook is er een aantal teksten opgenomen uit verschillende tradities zoals het boeddhisme, taosme, jodendom, christendom, islam en de Noord-Amerikaanse Indiaanse traditie.
Het is niet eenvoudig om een moeilijk begrip als non-dualiteit toegankelijk te maken voor het grote publiek. Jerry Katz heeft daar in dit boek een poging toe gedaan door een aantal artikelen te verzamelen. Non-duaal betekent 'niet twee' dus Een. In non-dualiteit is alles Een. En dit woord 'Een' is dan geen telwoord , omdat er niets is dat buiten dat Ene bestaat. Dat Ene heeft vele namen, God, het Zelf, Waarheid etc. Vaak hebben we dat onbevredigende gevoel dat we afgescheiden van God, van Waarheid leven. Ons streven naar Waarheid is het streven naar de volledige niet-afgescheidenheid, niet-tweeheid, kortom naar non-dualiteit.
In dit boek wordt duidelijk dat het begrip non-dualiteit een universeel begrip is dat in de diverse godsdiensten en culturen op een andere manier wordt verwoord. In zijn boek beschrijft Katz de culturele uitingen en filosofische achtergronden van non-dualiteit. Het boek bevat teksten en beschrijvingen uit de oosterse, islamitische, joodse en christelijke traditie. Zelfs de traditie van de Noord-Amerikaanse indianen komt aan bod. Maar er wordt ook geciteerd uit het werk van hedendaagse schrijvers. Een aantal artikelen bevat eindnoten; daarnaast is er een bronvermelding. Het eerste boek dat het begrip non-dualiteit voor een groot publiek toegankelijk maakt.
Dit is het eerste boek over non-dualiteit dat voor een groot publiek geschreven is. Het achterliggende idee van non-dualiteit, in het oosten vaak advaita genoemd, is dat wij 'ik' noemen, ons persoonlijke zelf, een illusie is. Non-duaal betekent 'niet twee', dus Een. Dat Ene heeft veel namen, God, Bewustzijn, Waarheid, het Zelf.
Dit boek beschrijft religieuze en culturele uitingen van non-dualiteit en de filosofische achtergrond van het non-duale perspectief. Ook is er een aantal teksten opgenomen uit verschillende tradities zoals het boeddhisme, taosme, jodendom, christendom, islam en de Noord-Amerikaanse Indiaanse traditie.
Het is niet eenvoudig om een moeilijk begrip als non-dualiteit toegankelijk te maken voor het grote publiek. Jerry Katz heeft daar in dit boek een poging toe gedaan door een aantal artikelen te verzamelen. Non-duaal betekent 'niet twee' dus Een. In non-dualiteit is alles Een. En dit woord 'Een' is dan geen telwoord , omdat er niets is dat buiten dat Ene bestaat. Dat Ene heeft vele namen, God, het Zelf, Waarheid etc. Vaak hebben we dat onbevredigende gevoel dat we afgescheiden van God, van Waarheid leven. Ons streven naar Waarheid is het streven naar de volledige niet-afgescheidenheid, niet-tweeheid, kortom naar non-dualiteit.
In dit boek wordt duidelijk dat het begrip non-dualiteit een universeel begrip is dat in de diverse godsdiensten en culturen op een andere manier wordt verwoord. In zijn boek beschrijft Katz de culturele uitingen en filosofische achtergronden van non-dualiteit. Het boek bevat teksten en beschrijvingen uit de oosterse, islamitische, joodse en christelijke traditie. Zelfs de traditie van de Noord-Amerikaanse indianen komt aan bod. Maar er wordt ook geciteerd uit het werk van hedendaagse schrijvers. Een aantal artikelen bevat eindnoten; daarnaast is er een bronvermelding. Het eerste boek dat het begrip non-dualiteit voor een groot publiek toegankelijk maakt.
maandag 9 april 2012
Ik... Ben... Nu..!
Sri Nisargadatta Maharai |
Wat niet is kan mij niet deren...
Zo lang ik ben, niets was of wordt,
ben ik veilig, is er niets dat mij bedreigt...
Mijn denken speelt nog steeds zijn dwaze spel.
Maar ik ben daardoor niet gebonden.
Ik ben leegte, helder, stil...
Ik moet niet, wil niet, heb geen reden.
Ik ben slechts, hier en nu...
In stilte en door niets verbonden, zie ik op mijn ego toe.
Keuzes oordeelloos beschouwend en vol mededogen ondergaand...
Wei Wu Wei
zondag 8 april 2012
Westerse "mantra's" en Klassieke Meditatieve Muziek
Meditatie met behulp van muziek is van alle tijden en van alle culturen. Dwars door alle godsdienstige en culturele stromingen in de wereld heen klinkt al eeuwenlang het geluid van een universele werkelijkheid.
Sinds de dagen waarin The Beatles en andere beroemde Westerse artiesten zich openlijk tot de leer van India’se goeroes bekeerden is de oosterse spiritualiteit een belangrijke geestelijke inspiratiebron voor miljoenen Europeanen en Amerikanen. De eigen (vaak eeuwenoude) spirituele cultuur staat daardoor bijna op het tweede plan.
Katholiek-spirituele Gregoriaanse meditaties en (van devotie en barmhartigheid getuigende) protestantse gezangen zijn in het Westen (als het gaat om inkeer, gebed en meditatie) vaak minder populair dan Mantra’s en gezangen uit het Oosten.
De westerse "New Age"-beweging probeert de kloof tussen Oost en West op het spiritueel-meditatieve vlak te overbruggen. Maar het begrip New Age stuit vaak op grote weerstand binnen de gevestigde religies van het Westen. Daardoor blijft New Age-spiritualiteit voor velen een wazig begrip en behouden de Oosterse geestelijke stromingen hun mystieke kracht.
Toch zijn er ook binnen de (Katholieke) kerk stromingen die bepaalde kenmerken van de Oosterse religies bestuderen en die, na zorgvuldige toetsing, bepaalde zienswijzen en verworvenheden vanuit deze religies in de eigen kerk proberen te integreren. In toenemende mate wordt het begrip Heilige Geest omarmd en aanbeden. In Protestantse kerken begint dit proces ook op gang te komen, waarbij steeds minder de dogmatiek en steeds meer het verlangen naar echtheid en verdieping van de geloofsbeleving centraal staat.
Maar het Oosten loopt wereldwijd nog steeds voorop als het gaat om het verspreiden van spiritualiteit en diepere innerlijke bezieling. "Gevestigde" westerse religies bieden daar tot op heden nog maar weinig "tegenwicht" aan...
Het zingen of reciteren van Christelijke "mantra’s" is bijvoorbeeld nog steeds een betrekkelijk onbekend fenomeen, terwijl de Bijbel toch vele meditatieve teksten en "mantra’s" bevat (diverse Psalmen, het "Onze Vader", "Magnificat", enz.). De Katholieke traditie kent daarnaast een groot aantal meditatieve gebeden, die helaas meer en meer in vergetelheid dreigen te raken, maar nog niets van hun mantrische kracht hebben ingeboet. Zo zijn daar b.v.: het Rozenkransgebed, het Angelus, het Wees Gegroet, Credo, enz.
Verder hebben tientallen beroemde en minder beroemde Westerse componisten werken geschreven die geschikt zijn om als meditatieve muziek te fungeren. Mozart schreef (zonder dat hij het ooit zo zou omschrijven) zeer effectieve meditatiemuziek. Bach was een grootmeester als het gaat om het benaderen van het grote mysterie van de schepping via het universele medium dat wij kennen als golven, klank en ritme. Verder kun je denken aan werken van Vivaldi, Pachelbel, Haydn, Schubert, Beethoven enz.
Hieronder een selectie van Westerse Klassieke Meditatiemuziek:
Sinds de dagen waarin The Beatles en andere beroemde Westerse artiesten zich openlijk tot de leer van India’se goeroes bekeerden is de oosterse spiritualiteit een belangrijke geestelijke inspiratiebron voor miljoenen Europeanen en Amerikanen. De eigen (vaak eeuwenoude) spirituele cultuur staat daardoor bijna op het tweede plan.
Katholiek-spirituele Gregoriaanse meditaties en (van devotie en barmhartigheid getuigende) protestantse gezangen zijn in het Westen (als het gaat om inkeer, gebed en meditatie) vaak minder populair dan Mantra’s en gezangen uit het Oosten.
De westerse "New Age"-beweging probeert de kloof tussen Oost en West op het spiritueel-meditatieve vlak te overbruggen. Maar het begrip New Age stuit vaak op grote weerstand binnen de gevestigde religies van het Westen. Daardoor blijft New Age-spiritualiteit voor velen een wazig begrip en behouden de Oosterse geestelijke stromingen hun mystieke kracht.
Toch zijn er ook binnen de (Katholieke) kerk stromingen die bepaalde kenmerken van de Oosterse religies bestuderen en die, na zorgvuldige toetsing, bepaalde zienswijzen en verworvenheden vanuit deze religies in de eigen kerk proberen te integreren. In toenemende mate wordt het begrip Heilige Geest omarmd en aanbeden. In Protestantse kerken begint dit proces ook op gang te komen, waarbij steeds minder de dogmatiek en steeds meer het verlangen naar echtheid en verdieping van de geloofsbeleving centraal staat.
Maar het Oosten loopt wereldwijd nog steeds voorop als het gaat om het verspreiden van spiritualiteit en diepere innerlijke bezieling. "Gevestigde" westerse religies bieden daar tot op heden nog maar weinig "tegenwicht" aan...
Het zingen of reciteren van Christelijke "mantra’s" is bijvoorbeeld nog steeds een betrekkelijk onbekend fenomeen, terwijl de Bijbel toch vele meditatieve teksten en "mantra’s" bevat (diverse Psalmen, het "Onze Vader", "Magnificat", enz.). De Katholieke traditie kent daarnaast een groot aantal meditatieve gebeden, die helaas meer en meer in vergetelheid dreigen te raken, maar nog niets van hun mantrische kracht hebben ingeboet. Zo zijn daar b.v.: het Rozenkransgebed, het Angelus, het Wees Gegroet, Credo, enz.
Verder hebben tientallen beroemde en minder beroemde Westerse componisten werken geschreven die geschikt zijn om als meditatieve muziek te fungeren. Mozart schreef (zonder dat hij het ooit zo zou omschrijven) zeer effectieve meditatiemuziek. Bach was een grootmeester als het gaat om het benaderen van het grote mysterie van de schepping via het universele medium dat wij kennen als golven, klank en ritme. Verder kun je denken aan werken van Vivaldi, Pachelbel, Haydn, Schubert, Beethoven enz.
Hieronder een selectie van Westerse Klassieke Meditatiemuziek:
Abonneren op:
Posts (Atom)