dinsdag 28 juli 2015

The Empty Boat

He who rules men lives in confusion.
He who is ruled by men lives in sorrow.

Yao therefore desired
Neither to influence others
Nor to be influenced by them.
The way to get clear of confusion
And free of sorrow
Is to live with Tao
In the land of the great Void.

If a man is crossing a river
And an empty boat collides with his own skiff,
Even though he be a bad-tempered man
He will not become very angry.
But if he sees a man in the boat,
He will shout at him to steer clear.
If the shout is not heard, he will shout again,
And yet again, and begin cursing.
And all because there is somebody in the boat.
Yet if the boat were empty.
He would not be shouting, and not angry.

If you can empty your own boat
Crossing the river of the world,
No one will oppose you,
No one will seek to harm you.

The straight tree is the first to be cut down,
The spring of clear water is the first to be drained dry.
If you wish to improve your wisdom
And shame the ignorant,
To cultivate your character
And outshine others;
A light will shine around you
As if you had swallowed the sun and the moon:
You will not avoid calamity.

A wise man has said:
"He who is content with himself
Has done a worthless work.
Achievement is the beginning of failure.
Fame is beginning of disgrace."

Who can free himself from achievement
And from fame, descend and be lost
Amid the masses of men?
He will flow like Tao, unseen,
He will go about like Life itself
With no name and no home.
Simple is he, without distinction.
To all appearances he is a fool.
His steps leave no trace. He has no power.
He achieves nothing, has no reputation.
Since he judges no one
No one judges him.
Such is the perfect man:
His boat is empty.





dinsdag 26 mei 2015

Boeddhisme, religie of filosofie?

Is het boeddhisme een filosofie of een religie? Gedurende de afgelopen 2600 jaar is in de breedte en diepte erg veel boeddhistische filosofische literatuur geproduceerd. In die zin zou het een filosofie kunnen zijn. Maar het boeddhisme kan ook als een religie worden beschouwd. Als onder die term tenminste niet een geloof in een scheppende god wordt gedefinieerd. In een tiendelige serie in het boeddhistisch magazine Tricycle- over misinterpretaties in het boeddhisme, beschouwen de auteurs beide kanten.

Ze stellen dat de verfijning en strengheid van boeddhistische filosofische analyses kunnen wedijveren met die van de in Europa ontwikkelde filosofische school. Verschillende filosofische scholen binnen het boeddhisme, de auteurs noemen de Abhidhamma scholen van Birma, met hun zorgvuldige analyse van de bestanddelen van de werkelijkheid (dharma), de Chinese Huayan school, met zijn uitgebreide schets van een universele causaliteit die alle dingen maakt en wordt gemaakt door alle andere dingen (shishi wu’ai fajie) en de Tibetaanse Gelugpa-school van Tibet, met zijn nauwkeurige afbakeningen van de relatie tussen leegte (sunyata) en het afhankelijke ontstaan (pratityasamutpada).

Ondanks deze rijkdom aan filosofie is het boeddhisme ook een spirituele beleving met magie en wonderen, die we vaak met religie associëren. De co-auteurs van de Princeton Dictionary of Buddhism Robert E. Buswell Jr. en Donald S. Lopez Jr. zeggen bij het schrijven van het woordenboek voortdurend verbaasd te zijn geweest over de veelvoud en het centraal stellen van magie en wonderen in biografieën en legenden over de Boeddha, zijn leerlingen en opvolgers door de eeuwen heen.

Van de acht grote bedevaartsoorden in het Indische boeddhisme, die belangrijke gebeurtenissen in Boeddha’s leven herdenken, worden in vier ervan wonderen getoond en beschreven. Onder deze sites is Sravasti, waar de Boeddha wordt uitgebeeld als hij door de lucht vliegend en vuur en water spuwend (yamakapratiharya) een rivaliserende groep yogi’s te lijf gaat.

Zulke wonderen worden niet alleen toegeschreven aan de Boeddha. Maar –in de beheersing van de vierde etappe van meditatieve absorptie (dhyana)- ook aan de mediteerder , die er uiteindelijk toe zullen leiden –na het implementeren van een reeks van psychische bevoegdheden- dat hij de mogelijkheid heeft om over water te lopen en in volle lotushouding door de lucht te vliegen.

Mahamaudgalyayana, een van de twee voornaamste discipelen van de Boeddha, was de erkende meester in dergelijke psychische bevoegdheden. Hij vloog naar de Himalaya om een medicinale plant te vinden om zijn zieke vriend Shariputra te genezen en stond bekend om zijn vermogen overal in het universum te reizen.

Andere monniken en filosofen binnen het boeddhisme worden vaak geassocieerd met dergelijke religieuze wonderen. Nagarjuna, de traditionele grondlegger van de Indiase filosofische school Madhyamika, worden de Prajnaparamita (perfectie van wijsheid) sutra’s ontvangen, door onder water naar het Koninklijk Drakenpaleis op de bodem van de zee te reizen. Kumarajiva, de Kuchean-monnik waarvan de Chinese vertaling van boeddhistische teksten de basis voor Madhyamika filosofie in China legde, was een beroemde thaumaturg die naalden kon inslikken zonder zichzelf te verwonden. Tijdens zijn crematie zou zijn tong niet verbrand zijn, volgens zijn biograaf een bewijs van de nauwkeurigheid en welsprekendheid van zijn vertalingen.

Het bestaan van hemel en hel- en zorgen dat je daar niet in terecht komt, is een ander gemeenschappelijk kenmerk van religies. Doorheen de geschiedenis is de overgrote meerderheid van de boeddhistische praktijken voor zowel monniken als leken gericht geweest op het verkrijgen van een betere wedergeboorte. Voor jezelf, je familie, of voor alle wezens in het universum en zorgen dat je niet in een van de helse rijken terecht kwam.

De auteurs stellen dat een scheiding van filosofie en godsdienst niet goed werkt in het geval van het boeddhisme. Westerse boeddhisten zouden oorsprong van het boeddhisme en latere aan de Boeddha en zijn volgelingen toegeschreven wonderen moeten willen onderscheiden en duiden.

Bron Boeddhistisch Dagblad




zondag 3 mei 2015

EDEL MAEX OVER RELIGIE IN TIJDEN VAN WETENSCHAP:

Het leven bestaat niet uit alleen ratio, vindt zenboeddhist Edel Maex. Hij ging op zoek naar een religieuze taal die bij vandaag past. ‘Het moet niet óf-óf zijn.’

Versta hem niet verkeerd, zegt hij. Ook hij gruwelt van fundamentalistische religies die mensen opleggen wat ze moeten geloven, welke kleren ze moeten dragen en wie hun vriend en vijand is. Maar hij gruwelt evenzeer van koude wetenschappers die de werkelijkheid ‘onttoveren’ en mensen een gevoel van zinloosheid aanpraten.

Edel Maex, psychiater bij de Stresskliniek van het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen, een van de bekendste boeddhisten in ons land en grondlegger van de mindfulnesstraining in Vlaanderen, is sinds zijn jeugd door religie gefascineerd. In Iedereen weet, een bundel lezingen voor zijn zengroep, gaat hij op zoek naar een ‘religie nieuwe stijl’, eentje die bij een geseculariseerde wereld past.

U zet zich af tegen een neoliberale samenleving waarin enkel de wetenschap het voor het zeggen heeft. Volstaat de ratio dan niet om onze maatschappij te stutten?

‘Wetenschap kan perfect verklaren hoe de verbrandingsmotor van een auto werkt. Maar niet voorspellen of en wanneer een tegemoetkomende chauffeur van zijn baan zal afwijken en frontaal op jou inrijden.’

‘Maar het is niet óf-óf: wetenschap of religie. Ik zoek een middenweg. Zenmeditatie gaat niet over stoppen met denken, maar over stoppen met wéten. Niet over houvast, maar over hoe om te gaan met het fundamenteel ónvast zijn van veel dingen in het leven. Over loskomen van de overlevingsdrang waarop ons brein is ingesteld. Die kan anders zo’n kramp worden van: ga jij mij opeten of ik jou? Eet jíj hem op of eet ík hem op?’

‘Meditatie is mijn manier om die overlevingsmodus te doorbreken. Natuurlijk heb je in het leven ook je verstand nodig: in meditatiemodus kun je niet veilig de straat oversteken. Je moet ook leren schakelen tussen je doe-modus en je zijns-modus.’

Onder religie mogen we niet verstaan: godsdienst?

‘Religie in de betekenis van godsdienst is waarschijnlijk het laatste bastion dat nog niet door de Franse revolutie is ingenomen. Je onderwerpen aan een bovennatuurlijk opperwezen: dat is niet mijn definitie van religie, wel van superstitie.’

‘Maar je moet het kind niet met het badwater weggooien. Religie is voor mij: een menselijke activiteit waarin je je geest en je hart opent voor dingen die je met je ratio niet kunt bevatten. Hoe je in tijden van wetenschap zinvol met religie kunt omgaan – dat probeer ik uit te zoeken.’

Onze ratio heeft tegenwicht nodig?

‘Vroeger gold de zondagsrust. Vandaag is zondag soms de drukste dag van de week. Ik zie in mijn praktijk zóveel mensen met een burn-out, mensen die nooit stoppen – tot ze gestopt wórden.’

‘Tegelijkertijd is het hoog tijd dat religie zich van geloof emancipeert, dat ze ruimte creëert voor tegenspraak. Ons godsbeeld stamt nog uit de middeleeuwen. Een almachtig opperwezen dat boven de natuurwetten is verheven, paste mooi in het Europa van vóór de Franse revolutie dat door koningen werd geregeerd. Maar het past al lang niet meer bij ons. Het hele boek door zoek ik naar hedendaagse verpakkingen, naar bij deze tijd passende woorden voor religie.’

U wijst de wetenschap niet af?

‘Ik ben arts, ik heb een wetenschappelijke opleiding gehad, ik ben een volbloed darwinist. Dat sommige religies het nodig vinden de wetenschap tegen te spreken, keur ik af. Maar het kan er bij mij niet in dat de mens zich duizenden jaren met religie zou hebben beziggehouden als dat hem geen evolutionair voordeel zou hebben opgeleverd. Waarom willen sommige wetenschappers religie zo graag naar de prullenbak verwijzen?’

De titel van uw boek is ‘Iedereen weet’. Wat weet iedereen?

‘Dat we niet naar boven hoeven te kijken voor een antwoord op onze levensvragen. Dat we dat als kind al wisten, maar misschien later vergeten zijn.’

‘De titel is overigens ook een knipoog naar Kants sapere aude: durf te weten. Ik roep er mensen mee op om de moed te hebben voor zichzelf te denken, zonder zich door anderen te laten leiden.’

Is uw pleidooi om onze geest open te stellen enkel via de boeddhistische route te bereiken?

‘Ik hou me al 25 jaar intens met het boeddhisme bezig, maar ben in een christelijke traditie grootgebracht. Ik weet dat ook in het christendom, in het evangelie wijsheid te vinden is. In de Koran zal dat ook best zo zijn. De oefening die ik vanuit de zenhoek doe, kun je ook vanuit die tradities maken.’

U waarschuwt meermaals voor machtsmisbruik door sommige boeddhistische leermeesters.

‘Machtsmisbruik en seksueel misbruik komen in het boeddhisme evengoed voor als in andere religies. Met het boeddhisme heeft het geseculariseerde Westen iets wat het zelf was kwijtgespeeld uit het Oosten gereïmporteerd. Daaraan zit het risico vast dat je tegelijkertijd ook een zekere Aziatische feodaliteit binnenhaalt – iets waaraan absoluut geen behoefte is.’

U gebruikt bij uw meditatie-instructies heel alledaagse woorden. Ook uw boek is erg onzweverig geschreven.

‘Dat doet me plezier, dat u dat vindt. Ik ben helemaal geen zweverig mens. Ik mijd in het boek bewust het woord spiritualiteit, omdat dat naar mijn smaak te veel naar iets geestelijks verwijst, naar iets wat aan aarde en lichaam is ontstegen. En daar ben ik veel te aards en te lijfelijk voor.’

Wetenschappelijk is bewezen dat mindfulness, een meditatietechniek uit het boeddhisme, mensen met kanker helpt om depressieve klachten het hoofd te bieden.

‘Soms zeggen oncopatiënten mij dat ze niet altijd met die kanker bezig zouden moeten zijn, dat ze daar niet zo van wakker zouden mogen liggen. Maar zoiets is natuurlijk onmogelijk – waar zouden die mensen dan wél van wakker mogen liggen?’

‘Van de andere kant moeten ze ook niet helemaal verloren lopen in hun emoties. Dan kan het zinvol zijn jezelf te oefenen in ruimte maken voor wat er is, en de bereidheid en de moed te hebben om aan te gaan wat zich aandient. Jezelf te trainen om met milde, open aandacht stil te staan bij het hier en het nu, zodat je je niet laat meeslepen door je emoties en er niet aan ten onder gaat.’


Edel Maex, ‘Iedereen weet. Zen en religie in tijden van wetenschap’, Lannoo, 144 blz., 16,99 euro.Tevens verkrijgbaar als Ebook.




zondag 15 maart 2015

Versimpelde Bijbel mist diepere lagen

De Bijbel bevat veel inspirerende lagen, die zich alleen prijsgeven als je bij de oorspronkelijke tekst blijft.

Als Jezus van Nazareth nog op deze aarde zou rondlopen zou hij waarschijnlijk enorm verheugd zijn over het aantal varianten op de klassieke Bijbelvertalingen die de laatste tijd het licht hebben gezien, en over het succes dat deze boeken hebben: De Bijbel in de Gewone Taal, De Bijbel voor Ongelovigen, en volgend jaar mogen we zelfs een aparte Bijbel voor mannen en voor vrouwen verwachten (uitgeverij Jongbloed).

Maar hij zou zich ook grote zorgen maken. Jezus' grote kracht was dat hij soms lastige goddelijke boodschappen naar de belevingswereld van de gewone man kon brengen. Geen ingewikkelde theologische uiteenzettingen uit zijn mond, maar aansprekende verhalen over zaadjes die op de juiste grond moesten vallen, en bomen die gesnoeid moesten worden om vrucht te kunnen dragen. Onze taal is nog steeds doorspekt met uitdrukkingen die hun oorsprong vinden in het Nieuwe Testament: parels voor de zwijnen, door het oog van de naald gaan, oude wijn in nieuwe zakken, het kaf van het koren scheiden, et cetera et cetera.

Versluieren
Maar soms gebruikte Jezus parabels en gelijkenissen juist om een boodschap te versluieren. Hij had namelijk ook hogere spirituele lessen die niet iedereen al in staat was om te ontvangen. Als zijn leerlingen aan hem vragen: 'Waarom gebruikt u gelijkenissen als u de mensen toespreekt?', antwoordt hij hun: 'Omdat God jullie heeft willen inwijden in de geheimen van het hemelse koninkrijk, maar hen niet... Want zij kijken, maar zien niets; zij horen, maar verstaan en begrijpen niets.' (Mattheüs. 13: 10-13). Deze geheime lessen gaan over de innerlijke weg naar het Koninkrijk van God, dat zich volgens Jezus niet op een bepaalde plek - hier of daar - maar ín de mens bevond (Lucas 17: 20,21).

De voor ingewijden bedoelde boodschap zit vaak verborgen in een subtiele woordkeuze of in geraffineerde zinsconstructies. Een eenvoudig voorbeeld. In het evangelie van Marcus (12:41-44) gooit een doodarme weduwe haar laatste penningen in de offerkist van de tempel en oogst hiermee grote bewondering van Jezus. Vreemd, want een paar regels daarvoor maakt hij zich nog druk over de schriftgeleerden die zich volgens hem verrijken ten koste van weduwen.

De arme weduwe is echter een metafoor voor de spirituele aspirant die 'arm' is van geest; die zich heeft ontledigd (geofferd) voor God (de tempel). Een weduwe is in de beeldtaal iemand die het contact met God (nog) niet ervaart. Dat we dit zo mogen interpreteren, zit verborgen in de woorden: '...een arme weduwe, die er twee kleine munten in wierp, dat is een kwadrant.' Dit is een verwijzing naar een spiritueel proces waarbij de aspirant groeit van leven in de dualiteit (twee) naar eenheidsbesef (een).

Symboliek verdwenen
Wat nu dreigt te verdwijnen is ook een centrale boodschap die religies zou kunnen verbroederen

In de modernere vertalingen heeft echter 'een kwadrant' plaats gemaakt voor het meer eigentijdse 'een paar centen' (Groot Nieuws Bijbel) of 'Die waren bijna niets waard' (Bijbel in Gewone Taal). De diepere symboliek is hiermee volledig verdwenen!

Jezus leefde vanuit een eenheid met God, die hij liefkozend zijn Vader noemde. Wat hij ons wilde leren - degenen die er aan toe waren - is hoe ook wij de dualiteit kunnen overstijgen en een vereniging met God tot stand kunnen brengen. Niet na de dood ergens in een andere dimensie, maar hier en nu op aarde.

In de boeddhistische terminologie noemt men dit: het nirwana realiseren. En ook het hindoeïsme leert over deze weg van de geestelijke verlichting.

Wat nu dus dreigt te verdwijnen in alle versimpelingen en varianten van de Bijbel, zijn niet alleen zeer waardevolle lessen voor innerlijke groei, maar ook een centrale boodschap die religies zou kunnen verbroederen.

De Bijbel bevat prachtige verhalen die in een moderner jasje een groter publiek kunnen bereiken. De buitenkerkelijke en literaire belangstelling van de laatste jaren is een ontwikkeling die Jezus zou toejuichen. Maar laten we ook blijven beseffen, en doorgeven aan de volgende generaties, dat de Bijbel nog veel meer inspirerende lagen bevat, die zich prijsgeven naarmate je dichter bij de oorspronkelijke tekst blijft.

Dan blijft dit boek zoals het is bedoeld: een bron van diepe wijsheden en lessen voor iedere levensfase en behoefte, met teksten die steeds weer nieuwe betekenissen krijgen.

Door Anne-Marie Wegh, auteur van Ecce Homo, over beeldtaal in de bijbel 




woensdag 11 maart 2015

In Memoriam Samsara-uitgever Wim Zonjee

Op www.boekblad.nl lazen wij het onderstaande bericht:


"Afgelopen maandag 9 februari is uitgever Wim Zonjee (62) overleden. Hij was een bekend figuur binnen het Nederlands esoterisch boekenlandschap. Met zijn overlijden ging een markante boekhandelaar en uitgever heen.

In 1971 begon Wim Zonjee als voortijdig schoolverlater zijn carrière in het boekenvak bij de Amsterdamse boekhandel Vermeulen, later Scheltema. In die tijd kocht hij als zeventienjarige het boek Tau-te-tsjing bij boekhandel Au Bout du Monde, het begin van zijn fascinatie voor de oosterse filosofie. Au Bout du Monde was in 1970 opgericht door Leon Dupont, een succesvol reclameman. Zonjee werd er in 1971 medewerker. De winkel was een pionier binnen het (internationale) esoterische boekenlandschap. Op dat moment werkte ook Johannes van Dam (1946-2013) daar, de later bekend geworden culinair journalist.

In 1990 werd Zonjee eigenaar van Au Bout du Monde. Hij had een grote kennis van zaken en bouwde een trouwe, vaste (internationale) klantenkring op. Hij was een kei in klantencontact. Wanneer een titel verscheen waarvan hij vermoedde dat het een klant zou kunnen interesseren, dan belde hij hem/ haar direct enthousiast op. Dat resulteerde vrijwel altijd in een bestelling.

Zijn boeken haalde Zonjee uit de verste uithoeken van de wereld. Hij schreef uitgeverijen direct aan met een verzoek om een catalogus of fondslijst en importeerde zijn boeken rechtstreeks. Hij was jarenlang een van de grootste importeurs binnen Europa van boeken uit India.

Zonjee was een keiharde werker die nooit te beroerd was om een extra telefoontje te plegen of een extra brief te schrijven. Mede door zijn uitmuntende vakkennis binnen zijn specialisme had hij een groot netwerk opgebouwd. Meinhard van de Reep (voormalig uitgever van Altamira, tegenwoordig hoofd marketing en sales bij Gottmer): ‘Wim was als boekhandelaar een specialist die het kaf van het koren kon scheiden, als mens was hij ontnuchterend helder en to-the-point!’

Zonjee’s eigen interesse bewoog zich van taoisme, zen-boeddhisme en Tibetaans boeddhisme naar Advaita Vedanta. Daar vond hij de antwoorden die hij zocht.

In totaal werkte hij 32 jaar als boekverkoper. In 2001 verkocht hij zijn winkel aan Dirk Schaafsma, management consultant, omdat hij genoeg had van het forensen tussen Amsterdam en Wogmeer. In 2002 richtte hij samen met zijn goede vriend Wouter Schopman, ondernemer, uitgeverij Samsara op, een uitgeverij in levenbeschouwelijke boeken van zowel Nederlandse als buitenlandse auteurs. De eerste uitgave was het leuke boekje Bent u net zo gelukkig als uw hond? van Alan Cohen.

In totaal hebben Zonjee en Schopman 110 titels uitgegeven, bijna allemaal op het gebied van Advaita/ Non-Dualiteit. Auteurs uit het fonds van Samsara zijn Adyashanti, Jed McKenna, Alexander Smit, Mooji, Paul Smit, Jan Koehoorn, Wolter Keers en Tony Parsons. Zonjee stelde ook zelf boeken samen, zoalsKennendheid van Alexander Smit en Anton Heyboer, filosofie van een oorspronkelijke geest, over het werk en de wijsheid van de kunstenaar Anton Heyboer. In een podcast-interview uit 2012 met Patrick Kicken, antwoordde hij op de vraag waarom hij boeken uitgeeft op zijn humorvolle manier: ‘Ik vind het gewoon leuk om thuis te werken .. en een beetje boekjes te lezen .. en het onderwerp blijft me fascineren.’

Schaafsma: ‘Ik denk dat Wim en Wouter in dit genre echt iets hebben neergezet in het Nederlandse taalgebied. Ik geloof ook dat Wim een nog betere supergespecialiseerde, maar vooral geïnspireerde uitgever was dan boekhandelaar. Dat deed hij al vreselijk goed.

De boekenwereld heeft een prachtig geïnspireerd mens verloren, zonder poeha en zonder ook maar aan geld te denken.’

De lezers van Samsara-boeken zijn liefhebbers van het levensbeschouwelijke boek, met een speciale interesse in de leer van de non-dualiteit. De uitgeverij wist goed de weg in die wereld en bereikte de lezer via bijeenkomsten, via het tijdschrift Inzicht, en door middel van een e-mail nieuwsbrief. Samsara koos er bewust voor om niet rechtsstreeks aan klanten te verkopen, mede op advies van Jacco Groot van uitgeverij De Harmonie.

Boekhandel Au Bout du Monde bestaat nog steed. Deze is sinds 2005 eigendom van de theosofische stichting Ontmoeting en Ontplooiing. Samsara wordt voortgezet door Wouter Schopman. De uitgeverij is winstgevend, maar ook voor Samsara is de toekomst onzeker, gezien het veranderende landschap in het boekenvak. Over de toekomst van Samsara zei Wim in het interview met Patrick Kicken: ‘Ik denk dat als mensen een Eckhart Tolle-boek hebben gelezen en ze zijn nog steeds geinteresseerd, dat ze dan toch bij een Samsara-boek terecht komen.’ "

Rust zacht Wim.